Route
7/12: Vlucht Berau - Balikpapan
Vlucht Balikpapan (Borneo) - Palu (Sulawesi)
8/12: Gedeelde auto Palu- Poso
9/12: Bus Poso - Tentena
11/12: Nachtbus Tentena - Rantepao
16/12: Nachtbus Rantepao - Makassar
19/12: Bemo Makassar - Malino
21/12: Bemo Malino - Makassar
22/12: Gedeelde auto Makassar - Pantai Bira
28/12: Asdp ferry Pantai Bira (eiland Sulawesi - Marepokot (eiland Flores))
Transport
Zonder gids en met wat woorden bahasa Indonesia leren we alle transportmogelijkheden en de normale prijzen kennen. Er is nooit gebrek aan transport. Als je publiek transport neemt voor een lange afstand, is het wel wachten tot de bus of auto vol zit om te vertrekken. Als toerist moet je wat onderhandelen over de prijs om hopelijk 'harga biasa' te krijgen. Vaak is het een samenzwering tussen de chauffeur en de lokale mensen. Waarschijnlijk krijgen ze commissie als ze jou tot bij een bepaalde chauffeur brengen. Iedereen in de bus houdt zijn lippen stijf als je in beste bahasa navraagt wat zij betalen voor de rit. Eens je bagage in een bus/auto, doen ze er alles aan zodat je niet naar andere bus overstapt. Als de chauffeur honger krijgt, stoppen we gezellig in een warung. Lieselotte at meestal niet veel langs de weg: veel bochten en putten, cowboy rijgedrag van vele chauffeurs. Ondanks misselijkheid de ogen af en toe van de weg halen en genieten van het uitgestrekte landschap en de dorpjes.
-
motorfiets: Van het kleinste eiland, dorp of stad overal vind je ze. Het is dan ook verfrissender dan wandelen en je kan er wel 4 mensen, enkele kippenhokken, een pop-up winkel/resto/... mee vervoeren. We huren vaak een motorfiets om een streek te verkennen. Het komt dan wel eens voor dat je voorbijgereden wordt door een 8-jarige. Ojek= taxi motorfiets. De chauffeurs brengen je veilig op je bestemming langs erbarmelijke wegen vol putten en stenen, steile hellingen en afdalingen. Achterop zitten vergt soms ook inspanning als je er niet wil afvallen of niet tegen de chauffeur wil aanschuren.
-
riksja/becek = fiets/motorfiets met bankje vooraan. In de hitte voortgeduwd worden door een man minstens dubbel zo oud.
-
bemo/pete-pete = cammionette omgebouwd tot bus. Erg handig als je weet welke route ze afleggen. In de stad stap je best in een redelijk volle, anders doe je er soms lang over omdat ze nog bijkomende klanten ronselen. De chauffeur zorgt goed voor zichzelf en stopt om eten/drank of sigaretten in te slaan.
-
bus: Voor de meeste bussen is het motto 'hoe meer zielen en bagage, hoe meer opbrengst, hilariteit en yoga-achtige posities.' mogelijke plaatsen: aan het raam, hangend uit de deur, op het dak (ook tijdens het regenseizoen), tussen de banken op een zak rijst, op iemands knie, onder een box met loeiende muziek. De bussen zijn vooral afgestemd op de markttijden met als gevolg heel veel goederenvan varken, kip tot bloem. Het volledig tegengestelde vonden we in de nachtbus van Rantepao naar Makassar: verstelbare zetel, dekentje, hoofdkussen, maar dan jammergenoeg met loeiende muziek.
Bijzondere gewoontes
-
Begrafenis in Toraja. In Toraja zijn mensen eens overleden eerst ziek todat ze een meerdaagse begrafenis krijgen. Tot dan wordt het lichaam thuis bewaard, dit kan meerdere jaren duren. Ondertussen spaart de familie om de ceremonie te bekostigen waar tientallen buffels en varkens geofferd worden. Het lichaam wordt vaak in een kist in een rots gelegd of opgehangen. Er worden offers (o.a. sigaretten) gelegd, de kleren worden soms na tientallen jaren nog vervangen. Deze tradities zijn een overblijfsel van hun animistisch geloof, terwijl ze wel bekeerd zijn tot het Christendom. Heel speciaal!
-
Kerst en nieuwjaar. Zowel moslims als christenen houden van al het commerciële rond deze feestdagen: massaal vuurwerk afsteken weken 2 weken voor Kerst, plastic kerstbomen, kerstmutsen, kerstman voor de kerk, loeiharde kerstmuziek, ... De christenen houden buurtfeesten met traditionele dansen (gelijkend op griekse sirtaki) en huisgebrouwen arak (palmlikeur) in de aanslag. Wij kopen ons eigen snorkelmateriaal als kerstcadeau.
- Indonesiërs zijn redelijk extravert en klampen je als toerist vaak aan. Meestal bedoelen ze het goed, wat naïef.
Top van meest voorkomende uitingen:
1. "Picture?" of non-verbale communicatie door tegen je aan te schuren. De smartphone wordt bovengehaald, alles begint met één foto. Al vlug wil iedereen van het gezelschap met de eigen smartphone een foto met ons en het eindigt in een heuse fotoshoot. Soms vind je het niet erg, maar soms ben je het echt beu. Vooral omdat je geen leuk gesprek kan aanknopen door de taalbarrière en het dus heel oppervlakkig blijft. We worden assertiever en stellen een quota van 3 foto's per dag, weigeren beleefd of maken ons snel uit de voeten. We voelen ons soms als BV's of filmsterren, echt een vreemd gevoel!
2. "Vanwaar kom je? Waar ga je naartoe?" / 'Jalan jalan' is veruit het beste antwoord = gewoon aan het wandelen, want anders wordt er vaak tranport voor je geregeld
3. "Zijn jullie getrouwd?" Eerst probeerden we in ons gebrekkig bahasa uit te leggen dat we een relatie hebben maar niet getrouwd zijn. We merken dat dit niet begrepen wordt of raar bevonden. We zeiden daarom makkelijkheidshalve af en toe van wel. Uiteindelijk leerden we het bahasa woord voor partner = 'pajar'.
4. "Jij bent groot." In bahasa = 'tinggi'.
In de poging om een ander gesprek aan te knopen, gebruikten we soms ons icoonboekje. Soms wekte het interesse op en zat je met een oudere man prentjes te kijken en wat te vertellen.
-
Afval. Vaak staan we versteld door het ontbreken van enig besef van vervuiling. We worden er soms wat treurig van. Straten liggen vol afval en rivieren zijn gewoon open rioleringen. Een voorbeeld. In Makassar zitten we in een busje, de chauffeur stopt even om sigaretten te kopen. De verkoper geeft ze door het raam in een pastic zakje. De chauffeur neemt het aan, betaalt, neemt zijn pakje sigaretten eruit en smijt het zakje langs het andere raam weer op straat. Hij bedankt de verkoper nog, steekt een sigaret op en vertrekt met de bus. We zien constant zulke dingen rond ons. Wat een contrast in mentaliteit met Japan waar iemand eens achter ons kwam lopen toen we per ongeluk iets lieten vallen. En waar net als in Korea op straat nergens vuilbakken staan, maar waar iedereen alle afval mee naar huis neemt. We kunnen er hier in Indonesië moeilijk iedereen constant op berispen maar brengen het wel vaak ter sprake, weigeren steevast zakjes in warenhuizen (already too much 'sampa'!) en hervullen onze waterflessen. Zo dragen we toch ons kleine steentje bij, zeker omdat onze reis ook niet zonder impact is.
-
Karaoke. Altijd en overal (zelfs op de ferry) en vaak heel luid.
-
Moskeeën. Het eerste gebed is al flink voor zonsopkomst. Vaak zijn er meerdere moskeeën in een kleine stad en staan ze luid afgesteld. Resultaat: kakofonie en slapeloosheid.
-
Vliegjes. Terwijl we eten worden we soms overvallen door zwermen vliegen, niet zo appetijtelijk. Het lijkt of enkel wij ons eraan ergeren.
-
Fastfood. In warungs krijg je vlug je eten of het nu vers is of reeds in kookpotten klaarstaat. Iets waar we in België terug aan zullen moeten wennen. Erg ingewikkeld zijn de gerechten niet. Het eten is lekker maar creativiteit is niet van belang. Hoewel Europeanen vochten om de kruiden worden die door Indonesiërs weinig gebruikt. Instantnoodles zijn heel populair.
-
Bureaucratie. Omdat we geen visumaanvraag voor 60 dagen in België hadden geregeld, moesten we in een 'kantor imigrasi' in Sulawesi een verlenging van ons 'visum on arrival' (30 dagen) aanvragen. In Makassar, een grote stad in het zuiden, zou dit volgens velen vlug geregeld zijn. Het duurde een uur in een hete bemo vooraleer we in het kantoor waren. We maakten er kennis met de logge administratie. 3 werkdagen duurde onze verlenging. Aangezien er een weekend tussen viel, duurde het in totaal 5 dagen. We hadden dus wel wat pech met ons visum van bij 't begin. Maar deze keer hadden we een keuze en kozen niet voor de snelle afhandeling mits wat 'korupsie'. Zucht! Makassar was niet echt een plek waar je lang wil rondhangen. Ons plan om een boot te nemen op zondag naar Flores viel in het water, dus wijzigden we onze koers en daarmee ontdekten we Malino en Bira. Bij het ophalen van het visum spendeerden we 2u in het kantoor voor het vastleggen van een foto en vingerafdrukken en voor de handtekening van de hoofdverantwoordelijke. Het motto 'go with the flow' helpt je om te integreren in Indonesië.
Bijzondere uitstappen
- In Tentena huren we voor de eerste maal een brommer (kost ongeveer 3€ per dag, geen waarborg of rijbewijs nodig) en bezoeken:
*Air Terjun Salopa, een adembenemende waterval met ongeveer 7 niveaus in een prachtig stukje jungle. Het wordt nog mooier als je gaat zwemmen in een van de niveaus.
*In Tentena vind je enkele oude, traditionele begraafplaatsen met restanten. De grote grot dichtbij de theologieschool is prachtig om doorheen te klauteren. Verder is er nog een immens rotsgraf in een stukje jungle.
-
Rantepao (regio Tana Toraja) ligt in een dal tussen bergen met vele dorpen met prachtige traditionele huizen en talrijke rijstvelden. Ideaal om te wandelen!
*We lieten bijna al onze bagage achter de homestay en trokken er twee dagen op
uit. Een acrobatische rit met de ojek bracht ons op onze startplaats voor de wandeling. Onze spieren waren alvast opgewarmd door alle steile hellingen en onregelmatige wegen. We verbleven in traditioneel huis 'tongkonan' tussen de rijstvelden in Limbong, waar enkel 's avonds elektriciteit was. De volgende dag wandelden we een hele tijd tussen de velden van dorp tot dorp. We waren heel blij toen we een kopje Toraja 'kopi' kregen aangeboden en een 'gesprekje' in ons beperkt Indonesisch aanknoopten.
|
Ons verblijf in traditioneel huis 'tongkonan' |
|
Traditioneel of modern: Feestelijk gekleed voor een huwelijksfeest. |
*Hoewel we het nogal vreemd vonden om bij te wonen, mochten we zeker een begrafenisceremonie niet missen. Met een gids woonden we de tweede dag van een begrafenisceremonie bij van een vrouw die 3 jaar ervoor overleden was. De tweede dag kwam over als een marktgebeuren. Een ceremoniemeester ondersteund door luidsprekers kondigt alle genodigden aan en hun geschenken in aantal varkens en buffels. Rondom worden de beesten geslacht voor de maaltijd en er gaat niets verloren.
*In Londa bezoeken we een impressionant rotsgraf dat nog steeds in gebruik is door een bepaalde clan. Van een gids krijgen we meer uitleg
- In Bira brachten we een rustige kerstweek door op de witte stranden in de buurt en onder water. Prachtig snorkelen bij pulau Lihukan. Hannes was enthousiast over het duiken met reefsharks bij sharkpoint nabij 'Goat island'. De beste stranden (d.i. beperkt afval) vonden we aan de oostkust, bij Manga lodge, op pulau Lihukan en bij Aras. Op het ooststrand kan je zien hoe de indrukwekkende bugisschepen gebouwd worden met man en macht onder ritmische kreten. De bugis zijn een volk die vroeger continu op zee leefden en nog steeds internationaal gewaardeerd worden voor hun zeemansvaardigheden.
- We vluchten weg van het zwoele Makassar naar de koele bergen in Malino en zijn blij dat we onze truien niet naar huis zonden.
*Door de grote hoogte is het ideaal om er groenten, fruit en bloemen te kweken, de schuur van Sulawesi. Vooral aardbeien zijn bijzonder populair en wij genieten elke dag van vers aardbeiensap. Alsof dat nog niet genoeg is, kan je er ook nog theeplantages vinden. Wat Lieselotte in Japan zolang zocht nl. goeie thee en een theemuseum, vonden we in Malino Highlands'. We proefden enkele soorten en kregen uitleg van een schat van een gids in afwachting van de opening van het museum. Ondertussen begon de regen met bakken uit de lucht te vallen en bleek de sleutel van het museum in het bezit van een werknemer die net gehospitaliseerd was.
*Via studenten ontdekken we dat dit een geweldige wandelplek is. Om de berg Bawakaraeng te beklimmen hebben we geen tijd maar we worden door drie studenten op sleeptouw genomen doorheen de vallei. De tocht naar de bergtop is dan ook verlengd door een massieve 'landslide' enkele jaren terug waarbij een dorp verdween. We waren het erover eens: We Malino!
Ontmoetingen
In Bira lijken alle bijzondere mensen samen te stromen. We ontmoeten Andrew, een Roemeen die reeds meerdere jaren rondreist tot zijn documentaire omtrent lokale volkeren af is. Vele mensen hebben er iets met boten: een Sloveense en Italiaanse schepenbouwer en een Australiër die met een drone een documentaire maakt omtrent de bugisschepen. We ontmoeten er Belg nr.2, de sympathieke Jan en voelen ons thuis.
Rijke natuur
Sulawesi staat gekend om zijn koffie- en cacaoplantages en lekkere Toraja koffie. We ontdekten er ook de heerlijke tamarillovrucht, die enkel boven 1000m groeit. Een soort van lychee, rambutan. En natuurlijk de groentenschuur Malino waar wortel, bloemkool, tomaat, sla te vinden is misschien achtergelaten door de Nederlandse kolonialen!?
Taal/Communicatie:
Veel Nederlandse leenwoorden: stroom, koelkast, kapstok, ...
Ook interessant is de geschiedenis van het Bahasa Indonesisch, het werd pas na de onafhankelijkheid (1945) de officiële landstaal en werd voordien maar door een kleine groep gesproken. Op veel andere plaatsen werd de koloniale taal (Engels, Spaans, Frans, ..) de officiële taal na onafhankelijkheid maar het Nederlands dus niet. Dit was vooral omdat de Nederlanders het Nederlands niet aan de plaatselijke bevolking wilden onderwijzen omdat zij zich dan misschien gelijkwaardig zouden kunnen voelen.
Leuke verblijfplaatsen:
- Sunshine (Pantai Bira): Heel rustig, hangmatten, mooi zicht op zee en eilanden, sympathieke eigenares met kindje Sunshine is inderdaad het zonnetje in huis.
- Panorama homestay (Rantepao): Via AirBnB, heel lekker ontbijt met tamarillosapje en lekkere mango's in overvloed, sympathieke eigenaar hielp ons met plannen van uitstapjes.
- Eu Dato cottages (Tentena): Mooi plekje, lekker ontbijt met brood en chocola, vuurvliegjes 's avonds.